• Home
  • Nieuws
  • Opinie: Alleen samen voorkomen we ouderenmishandeling

Nieuws

Opinie: Alleen samen voorkomen we ouderenmishandeling

Naar aanleiding van het onderzoek naar schokkende filmpjes van vernederingen en mishandelingen in al zeker drie zorginstellingen, kroop onze hoofdarts dr. Wim Simons in zijn pen. Zijn opiniestuk verscheen in De Standaard van 25 maart 2025.


Alleen samen voorkomen we ouderenmishandeling

Het is te makkelijk om de schuld voor ouderenmishandeling te leggen bij de individuele agressor, vindt Wim Simons. Ouders, zorgverleners, onderwijs, de overheid zijn mee verantwoordelijk.

Hoe meer we van de woonzorgcentra open en toegankelijke huizen maken, hoe meer de samenleving er binnenkomt. Dat willen we ook. Zo hoeft onze laatste levensfase niet meer alleen gedomineerd te worden door verlies. Kwetsbare ouderen kunnen er nog een léven hebben en paradoxaal genoeg vrijheid ervaren.

Maar dat houdt ook risico's in. Enkele ingrijpende incidenten illustreren dat. Een bewoner die een mede­bewoner vermoordt. Werkstudenten die kwetsbare ouderen niet alleen mishandelen, maar daar zelfs via de sociale media mee uitpakken.

Die gebeurtenissen ondermijnen onze verwachting dat een zorgomgeving compleet veilig moet zijn. Die verwachting was door de coronacrisis fors onderuitgehaald, maar net nu het vertrouwen wat hersteld raakt, overkomt dit ons. We hebben dan de neiging om uit angst alles negatief te zien, te denken dat een mens wel gek moet zijn om nog te verhuizen naar een woonzorgcentrum. We vergeten daarbij dat net omdat we in een humane ouderenzorg meer de focus leggen op de kwaliteit van wonen en leven, absolute veiligheid niet mogelijk is.

Psychopathische enkelingen

Gelukkig deugen de meeste mensen wel. Maar we hebben het blijkbaar toch nodig om de schuld te leggen bij de individuele agressor. Een veroordeelde misdadiger of een ontspoorde, jongvolwassene zonder empathie: dat zijn wij niet en die kunnen we weren. Dat creëert meteen een kalmerende duidelijkheid. Het ontslaat ons ook van een gedeelde verantwoordelijkheid in een realiteit die veel complexer is dan we zouden willen.

Je kunt dus ofwel besluiten dat de woonzorgcentra alles veel strenger moeten aanpakken en organiseren, ofwel dat het om spijtige en uiterst zeldzame psychopathische enkelingen gaat, voor wie we onze openheid dan toch niet moeten opgeven. In mijn zorgorganisatie hebben we zulke extreme situaties gelukkig nog niet meegemaakt, maar we beseffen dat het ons evengoed kan overkomen. Daarom blijven we zoeken hoe we zowel eenzaamheid als potentiële onveiligheid kunnen aanpakken.

We laten ons daarbij leiden door vier principes. Mensen moeten bij ons kunnen zijn wie ze zijn. We willen het laatste hoofdstuk van hun leven samen met hen vormgeven. We willen hen elke dag goed omringen. En we durven nieuwe, creatieve wegen te bewandelen. Die vier principes hanteren onze zorgverleners tegenover de bewoners, en we trekken ze als organisatie ook zo veel mogelijk door naar die zorgverleners zelf. Niet dat je daarmee dramatische gebeurtenissen kunt voorkomen, maar we geloven wel dat het ertoe bijdraagt dat problemen minder onder de radar blijven.

Maar aangezien wij ons meer willen integreren in de samenleving, moeten ook externe actoren aan de slag. Ik denk aan de overheid, maar ook aan het onderwijs. Je kunt moeilijk de zorg vermaatschappelijken, zonder van die maatschappij zelf een meer zorgende houding te vragen.

Fijnmazige maatregelen

Misschien kunnen die externe actoren dezelfde principes hanteren. Hoe kan een zorgzame, niet-pamperende overheid zowel de kwetsbare ouderen als jongeren - en wie voor hun opvoeding en zorg instaat - goed omringen en ondersteunen, met meer houvast en creativiteit?Dat kan het best aan de hand van haalbare, fijnmazige maatregelen. Door initiatieven van kleinschalig genormaliseerd wonen aan te moedigen, en door meer middelen uit te trekken om daar meer zorgverleners te kunnen inzetten.

Dan voelen kwetsbare ouderen zich zeker beter omringd. Die ouderen kunnen ook langer zelf hun leven in handen nemen als de overheid hen ondersteunt met de steeds snellere digitalisering. Het voedt ook de creativiteit als de overheid innovatieve initiatieven van zorgorganisaties niet beknot met allerlei regeltjes. En als die overheid zorgverleners de kans biedt een evenwicht te vinden tussen werk en privéleven, komt dat ook de ouderen ten goede.

In de opvoeding van jongeren hoeft de overheid misschien minder rechtstreeks bij te dragen. Maar ze kan wel actie ondernemen om jongeren online tegen zichzelf, elkaar en de wereld te beschermen.

Voorts is het aan ons allemaal: ouders, leerkrachten, buren, families en zoveel anderen. Niet dat we de details kennen over de jongeren die in Oudenaarde zo over de schreef zijn gegaan. Maar hoe vroeger en beter we kwetsbare jongeren - zijn ze dat niet tot op zekere hoogte allemaal? - omringen met een heel dorp van warme, maar ook begrenzende volwassenen die hen helpen om de juiste keuzes te maken, hoe beter ze een stabiel leven kunnen opbouwen.

Vroeger ingrijpen

Psychiaters zien een zorgwekkende toename van het aantal jongeren en jongvolwassenen dat moeilijk tot maturiteit komt en zich alleen lijkt te kunnen manifesteren via ontsporende gedragsproblemen. Als wij hen op de raadpleging of de dienst spoed­gevallen zien, dan kán dat het keerpunt zijn voor een lang proces om weer op het 'rechte' pad te raken. Maar als we pas dan in actie schieten, en als dan nog alleen de zorgverleners met hen aan de slag gaan, dan wordt het moeilijk, zeker als de samenleving hen ook nog eens reduceert tot hun criminele identiteit. Dan zal de aanzwellende golf van zorgnood en mogelijk normeloos geweld ons bij momenten toch overspoelen. We moeten dus vroeger ingrijpen, en we moeten dat allemaal samen doen. Zeker in een tijdperk waarin immoreel voorbeeldgedrag al te vaak wordt beloond met politieke macht en dus aan aantrekkingskracht wint.

Elke verenging van de schuldvraag voor de oudermishandeling in een woonzorgcentrum is eigenlijk misplaatst. Niet omdat zulk gedrag vaak voorkomt, wel omdat die verenging ons afleidt van onze plicht om allemaal samen verantwoordelijkheid op te nemen: de individuele hulpverleners en opvoedende volwassenen, de zorg- en vormingsorganisaties, de overheid. Om dat engagement richting te geven, helpt het om zich te engageren voor vier beloftes: laat mensen meer zichzelf zijn, laat hen voelen dat ze er niet alleen voorstaan, dat we hen goed willen omringen, en dat we al onze creativiteit zullen gebruiken om te proberen die andere beloftes waar te maken.

Wim Simons ( Psychiater en psychotherapeut. Hoofdarts Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Annendael Diest.)