Auteurs: Femke Van Garderen en Sara Vandekerckhove
Psychotische patiënten alleen opsluiten in een isolatiecel. In Sint-Annendael in Diest proberen ze daar via 'rooming-in' vanaf te stappen. Familie mag er tijdens crisissen mee in een prikkelarm appartement overnachten.
“Mijn kalmeerpilletje.” Zo noemt Tina (*) haar man. Hij kan haar beter dan wie of wat ook tot rust brengen. Dat bewees hij nog maar eens vorig jaar.
Tina moest zich toen laten opnemen omdat het door een nieuwe psychose maar bleef tollen in haar hoofd.“In het ziekenhuis ging het van kwaad naar erger. Ik werd zo angstig dat ik volledig verkrampte.” De hulpverleners kregen geen contact meer met haar en besloten de hulp van haar wederhelft in te roepen. “Hij is zeven dagen bij mij gebleven. En dat heeft me enorm geholpen. Ik had nood aan een vertrouwd iemand in mijn buurt.”
Tina's verhaal klinkt logisch, maar dat is het eigenlijk niet. Veel psychiatrische instellingen schakelen familieleden vandaag helemaal niet in als een patiënt een crisis doormaakt. In een afzonderingskamer is bezoek meestal zelfs geen optie.
In Sint-Annendael in Diest is dat sinds vorig jaar anders. Op de acute opnameafdeling kan een partner, ouder, kind of vriend van een patiënt aanwezig blijven tijdens de moeilijke crisisperiode en ook mee afgezonderd worden. Samen met de patiënt verblijven ze dan in een prikkelarm appartement – een unicum in ons land.
Hoofdpsychiater Wim Simons benadrukt dat “rooming-in” een proefproject is. Het idee ontstond tijdens een brainstorm over crisissituaties en hoe de omgeving van de patiënt op zo'n moment beter betrokken kan worden. In het appartement zijn sindsdien een viertal gezinnen opgevangen. “Het is de bedoeling om de flat vooral te gebruiken als begeleiding in groep of één-op-één niet meer lukt”, duidt hij. De ervaringen zijn uiterst positief. “We vragen ons soms af waarom we dit niet eerder hebben gedaan.”
Niet alleen de patiënten zijn dankbaar dat ze op deze manier geholpen kunnen worden, ook de familieleden zijn dat. “Door met de hulpverleners samen te werken, leren ze hoe ze zelf kunnen omgaan met crisissen. Het geeft hen vaak meer vertrouwen om thuis de zorg mee op te nemen.” Simons benadrukt wel dat het appartement niet altijd een optie is. “Soms heeft de familie – of de patiënt - net nood aan meer afstand.”
In het geval van Tina vond haar man het prima om mee afgezonderd te worden. “Het was een aangenaam appartement. Hij voelde zich op zijn gemak. Overdag kon hij gaan werken, en 's avonds konden we er met ons tweetjes eten en tv kijken. Er was zelfs een tuintje.”
In Diest merken ze dat de aanwezigheid van familie zijn voordelen heeft. Zo zijn patiënten meer bereid hun medicatie te nemen en winnen verpleegkundigen tijd omdat hun taken voor een deel worden overgenomen. Simons: “En toch is het voor hulpverleners wennen. Je moet weten: vroeger zouden we deze patiënten wellicht isoleren en sederen. Nu we dat niet meer doen, merken we dat heftige symptomen als stemmen horen en terugroepen langer aanhouden, omdat ze niet meteen door medicatie onderdrukt worden. Dat lijden aanzien, is niet altijd makkelijk.”
Tina zelf is blij dat ze beter kon worden in de prikkelarme flat. Liever daar dan in een kille isolatiecel. “Ik ben er zelf nooit beland, maar het lijkt me een surrealistische plek. Ik kan me niet voorstellen dat je daar weer voeling krijgt met de echte wereld. Je bent er ook alleen. En geloof me, dat is het laatste wat je tijdens een psychose wil.”
(*) Tina is niet haar echte naam.
In het prikkelarme appartement in psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael in Diest kunnen patiënten in crisis samen met hun familie afgezonderd worden. Beeld RV